PLUIMVEELOKET

HOE BEDWELM/DOOD JE PLUIMVEE HET BEST INDIVIDUEEL OP HET BEDRIJF?

 

Pluimveehouders zijn verplicht minstens 2x per dag de dieren in hun stallen te inspecteren. Wanneer ze ernstig zieke of gewonde dieren aantreffen, moeten ze gepast reageren. In geval van (het beginstadium van) een ziekte kan een passende behandeling opgestart worden. Maar bij een uitzichtloze situatie waarbij de dieren onnodig lijden, moet de pluimveehouder de getroffen dieren zo snel mogelijk doden. Uiteraard dient dit op de meest humane en efficiënte manier te gebeuren. Maar wat kán en mág wettelijk gezien? Dit artikel tracht een samenvatting te geven van het huidig geldende wettelijke kader.

Ethische plicht

In de Europese Verordening (EG) nr. 1099/2009 (van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden) staat dat het een ethische plicht is om productieve dieren te doden die veel pijn lijden, indien er geen economisch haalbare manier is om die pijn te verlichten. Ook meldt de verordening dat veel methodes om dieren te doden pijnlijk zijn en dat het noodzakelijk is om de dieren te bedwelmen om zo hun bewustzijn of gevoeligheid uit te schakelen vóór of óp het moment van doden.

Bedwelming verplicht

De verordening definieert bedwelming als “iedere bewust gebruikte methode die een dier pijnloos in een staat van bewusteloosheid of gevoelloosheid brengt, mét inbegrip van de methoden die onmiddellijk de dood tot gevolg hebben”. Sommige bedwelmingsmethodes kunnen immers rechtstreeks tot de dood van dieren leiden op zo’n manier dat het geen pijn en zo weinig mogelijk spanning en lijden bij de dieren veroorzaakt. Andere bedwelmingsmethodes leiden dan weer niét rechtstreeks tot de dood waardoor de dieren opnieuw gevoelig of tot bewustzijn kunnen komen. Deze methodes dienen dan ook altijd aangevuld te worden met een andere techniek die zeker tot de dood zal leiden vooraleer de dieren opnieuw bijkomen.

Soorten bedwelmingsmethodes

De methodes worden onderverdeeld in mechanische, elektrische, gas- en overige (injectie) methodes. Onderstaande opsomming geeft weer wat wettelijk mogelijk is, maar daarom praktisch niet altijd even haalbaar.

Mechanische methodes pluimvee

Wat de mechanische methodes betreft, wordt voor pluimvee gesproken over het gebruik van een penschiettoestel (al dan niet penetrerend), maceratie (verhakselen – tot max. 72 uur), het breken van de nek, een percuterende slag op de kop en een vuurwapen met een vrij projectiel.

 

Penschiettoestel

Voor kippen moet het penschiettoestel een platte kop hebben; voor eenden, ganzen en kalkoenen een bolle kop
(Beeld: Human Slaughter Association)

 

  1. Penschiettoestel

Bij een penetrerend penschiettoestel wordt een pen doorheen de schedel in de hersenen geschoten (penetratie) wat een zwaar en onomkeerbaar hersenletsel veroorzaakt. Bij een niet-penetrerend penschiettoestel wordt de pen tégen de kop geschoten zonder de schedel te penetreren wat een zwaar hersenletsel tot gevolg heeft. Soms komt het echter voor dat de schedel bij pluimvee hierbij ook kapot gaat. De plaatsing van het toestel, de snelheid waarmee geschoten wordt, de lengte van het penetrerende gedeelte, de vorm en diameter van de pen alsook de slagkracht van het patroon is afhankelijk van de diersoort en de grootte van het dier. Voor kippen moet de niet-penetrerende pen een platte kop hebben; voor eenden, ganzen en kalkoenen een bolle kop. Deze bedwelmingsmethode moet zo snel mogelijk en zeker binnen de minuut gevolgd worden door een dodingsmethode.

  1. Maceratie

Maceratie (verhakselen) duidt op het onmiddellijk versnipperen van het volledige dier. Dit mag enkel toegepast worden bij kuikens tot 72 uur leeftijd en bij embryo’s in het ei. Deze methode leidt tot de onmiddellijke dood van de dieren. Het apparaat werkt met sneldraaiende, mechanisch aangedreven snijplaten. De capaciteit van het apparaat moet voldoende zijn om alle dieren direct te doden, zelfs wanneer het om grote aantallen gaat. Hoewel deze methode bijna niet meer wordt gebruikt in Vlaanderen en het publiek ook duidelijk tégen het gebruik ervan is, is deze methode Europees nog steeds toegelaten.

  1. Breken van de nek (cervicale dislocatie)

manueel of mechanisch gebroken (of opgerekt) worden. Daardoor komt de kop los van de ruggengraat wat tot de dood van het dier leidt. De mechanische methode mag gebruikt worden bij pluimvee tot 5 kg levend gewicht (geen beperking qua aantal per persoon), de manuele methode mag maar gebruikt worden bij pluimvee tot 3 kg levend gewicht (maximum 70 vogels per dag door dezelfde persoon). De manuele dislocatie wordt op een correcte manier toegepast door de vogel op te heffen met één hand en hem bij de poten te houden. De vingers van de andere hand moeten geplaatst worden achter de schedel en om de nek van de vogel (zie foto). In één vloeiende beweging moet u dan beide handen snel en krachtig uit elkaar trekken en terzelfdertijd ook de kop naar achter knikken.

 

Cervicale dislocatie

Cervicale dislocatie. Manueel mag dit tot 3 kg levend gewicht (max. 70 vogels per persoon per dag); mechanisch tot 5 kg levend gewicht (geen beperking op het aantal) (Beeld: Human Slaughter Association)

 

  1. Percuterende slag op de kop

Deze krachtige (en nauwkeurige) slag op de kop zorgt voor een ernstig hersenletsel. De methode kan gebruikt worden voor levend pluimvee tot 5 kg. Ook hier geldt een maximum van 70 vogels per dag door eenzelfde persoon. De percuterende slag op de kop wordt correct toegepast indien u de vogel bij de poten vasthoudt en de kop op een hard oppervlak laat rusten. Daarna moet u met een zwaar, makkelijk te hanteren voorwerp de vogel op de kop slaan. De moeilijkheid bestaat erin om op de juiste plaats en met de juiste slagkracht te slaan. Deze methode wordt zeker niet routinematig aangeraden omdat het niet 100% effectief is bij een foute uitvoering.

  1. Vuurwapen met vrij projectiel

Door de slag en de penetratie van één of meerdere projectielen ontstaat een zwaar en onomkeerbaar letsel aan de hersenen. De plaatsing van het schot, de kracht en het kaliber van het patroon en het soort projectiel dat gebruikt moet worden, hangt af van dier tot dier. Ook moet erop gelet worden dat het bezit van een vuurwapen aan bepaalde regels moet voldoen. Deze methode is zeker niet de gangbare methode om dieren te doden in de pluimveehouderij.

 

Elektrische methodes pluimvee

  1. Elektrische bedwelming (uitsluitend kop)

Bij deze methode worden de hersenen blootgesteld aan een bepaalde stroomsterkte. Voor kippen dient deze minimaal 240 mA te zijn, voor kalkoenen minimaal 400 mA. De spanning dient meer dan 110 V te zijn. Er is geen gewichtsbeperking voor deze methode. Indien de methode niet dodelijk was, moet deze binnen de 15 seconden gevolgd worden door bvb verbloeding of cervicale dislocatie. De elektroden moeten aan weerszijden van de kop geplaatst worden, tussen de ogen en de oren (zie foto). De elektroden moeten minstens 7 seconden op de kop gehouden worden.

 

Elektrische bedwelming

Elektrische bedwelming op de kop is mogelijk bij kippen (min. 240 mA) en kalkoenen (min. 400 mA) en moet gevolgd worden door een dodingsmethode (Beeld: Human Slaughter Association)

 

  1. Elektrische bedwelming (kop tot lichaam)

Bij deze methode wordt het volledige lichaam (“kop tot cloaca”) van de vogel blootgesteld aan een bepaalde stroomsterkte. Dit leidt vaak tot de dood ten gevolge van een hartstilstand. Deze methode wordt minder toegepast op pluimveebedrijven maar is ook mogelijk bij kalkoenen.

  1. Elektrisch waterbad

Deze methode wordt hier niet verder gespecifieerd gezien deze minder (of niet) geschikt is voor het individueel doden van dieren op een pluimveebedrijf, maar eerder toegepast wordt in o.a. slachthuizen.

 

Gasmethoden pluimvee

De pluimveehouder moet steeds bij het aanwenden van (gevaarlijke) gassen goed de instructies naleven om zo zijn eigen veiligheid niet in gevaar te brengen. De opslag en stockage van gevaarlijke gassen moeten ook voldoen aan o.a. de milieuwetgeving. Volgens de Europese Verordening kunnen verschillende gassen gebruikt worden voor de gasbedwelming van pluimvee, namelijk CO2, CO en inerte gassen als stikstof of argon. Het gebruik van gas is een ‘propere’ methode op gebied van bioveiligheid, in die zin dat als het gasmengsel dodelijk is er geen bloed vrijkomt met mogelijk verder verspreidingsgevaar van ziektes e.d.

  1. CO2

Koolstofdioxide kan gebruikt worden in de zuivere vorm of kan vermengd worden met inerte gassen. Wanneer zuivere CO2 gebruikt wordt, kan je kiezen voor een directe blootstelling van dieren aan een mengsel met meer dan 40% CO2. Dit kan aangewend worden in containers, tunnels, kuilen of vooraf luchtdicht afgesloten gebouwen en kan toegepast worden op alle pluimvee. Je kan er ook voor kiezen om de CO2 in 2 fasen toe te dienen, met name een eerste blootstelling van dieren aan een gasmengsel met een CO2-concentratie lager dan 40%, gevolgd door blootstelling aan een gasmengsel met een hogere concentratie eens de dieren het bewustzijn hebben verloren.

CO2 kan ook vermengd worden met inerte gassen (zoals stikstof of argon). Hierbij worden de dieren rechtstreeks of geleidelijk blootgesteld aan een gasmengsel dat tot 40% CO2 bevat, vermengd met inerte gassen. Dit heeft een zuurstoftekort tot gevolg. De methode kan gebruikt worden in kuilen, zakken, tunnels, containers of vooraf luchtdicht afgesloten gebouwen. Het zorgt voor een eenvoudige bedwelming voor pluimvee indien de blootstelling aan minstens 30% CO2 minder dan 3 minuten bedraagt. Nadien moeten de dieren nog verbloed worden. De methode kan ook echter rechtstreeks tot de dood leiden indien blootstelling voldoende lang is (langer dan 3 minuten).

  1. CO

Deze methode wordt vaak gebruikt bij pelsdieren. Koolstofmonoxide kan je in zuivere vorm of vermengd met andere gassen aanwenden. In zuivere vorm moeten de dieren blootgesteld worden aan een gasmengsel met meer dan 4% CO. Vermengd met andere giftige gassen, moet het mengsel meer dan 1% CO bevatten. Te allen tijde moet visueel toezicht op de dieren uitgeoefend worden. De dieren blijven ook in de bedwelmingsruimte totdat ze dood zijn. Een volgend dier wordt pas binnengebracht wanneer het vorige dier effectief dood is.

  1. Inerte gassen

Dieren bij volle bewustzijn worden onmiddellijk of geleidelijk blootgesteld aan een mengsel van inerte gassen als argon of stikstof met een zuurstoftekort tot gevolg. De methode kan gebruikt worden in kuilen, zakken, tunnels, containers of vooraf luchtdicht afgesloten gebouwen. Het is een eenvoudige bedwelmingsmethode wanneer de blootstelling van het pluimvee aan het zuurstoftekort minder dan 3 minuten bedraagt. Nadien moeten de dieren nog verbloed worden. De methode kan echter ook rechtstreeks tot de dood leiden bij voldoende hoge concentratie en indien de blootstelling langer duurt dan 3 minuten.

 

Dodelijke injectie pluimvee

injectie met een veterinair middel. Dit zorgt voor een onomkeerbaar intreden van de dood. Hierbij moet de dierenarts gebruik maken van goedgekeurde middelen.

Controleren!

Om zeker te zijn dat het dier effectief dood is, kunnen volgende parameters gecontroleerd worden: geen regelmatige ademhaling, geen spontane bewegingen, een slap karkas of slappe vleugels en het bloeden stopt. Controleer dit alles zeker vooraleer het dier naar de kadaveropslag te brengen!

Onderzoeksproject KUIKDOOD

Momenteel loopt aan het ILVO een project rond dit onderwerp. Dierenarts Anneleen Watteyn onderzoekt daarbij welke van de huidige mogelijke methodes om pluimvee individueel te doden diervriendelijk zijn én daarbij ook makkelijk praktisch toepasbaar zijn op het bedrijf. Zij test o.a. het gebruik van zuivere stikstof als gas bij kalkoenen. Het rapport wordt aan het einde van dit jaar verwacht. De resultaten zullen kenbaar worden gemaakt aan de hele pluimveesector.

Tekst: Karolien Langendries (PLUIMVEELOKET) en Karlien De Paepe (DIENST DIERENWELZIJN) - 2018