Wanneer hebben leghennen last van de koude temperaturen? Hoeveel hoger is de voederopname en heeft de koude een effect op de leg van de kippen?
Algemeen wordt er in de praktijk zeer weinig voorzien in extra verwarming in een leghennenstal. Dat werd bevestigd na het contacteren van meerdere leghennenhouders (ook met vrije uitloop). In de winter kan de temperatuur in de stal dalen maar meestal geeft dit geen problemen bij de leghennen. In de winter van 2017-2018 werden wel problemen gemeld in een bio-leghennenstal in de hogere regionen van de Ardennen, maar dit was na meerdere dagen strenge vriestemperaturen van -10°C en lager (ook overdag). Dit soort weersomstandigheden zijn in Vlaanderen (voorlopig) een uitzondering.
Volgens de wetgeving zijn bio-leghennen verplicht om gedurende minstens 1/3 van hun leven toegang te hebben tot een vrije uitloop (Verordening 889/2008 (art.14)). Vriestemperaturen zijn echter geen reden om de luikjes gesloten te houden. Wanneer de uitloop daarentegen bedekt is met sneeuw of verzadigd is met water, kan dit wel. Als de pluimveehouder van oordeel is dat de weersomstandigheden het niet toelaten om de dieren buiten te laten, wordt dit tijdig (= voor het sluiten van de luiken) en dagelijks genoteerd in een logboek. Meer informatie over afspraken hieromtrent kan je terugvinden door op deze link te klikken.
Voor wat de temperatuur in de stal en het mogelijke effect van de koude op de voederopname en het leggedrag van de kip betreft, werd zowel in wetenschappelijke publicaties gekeken alsook contact opgenomen met verschillende pluimveehouders. Hieronder kan u de informatie terugvinden.
Praktijk
De leghennenhouders die werden gecontacteerd, merkten géén daling in de productieresultaten van de leghennen. Wel werd een effect genoteerd op de voederopname; deze steeg bij dalende temperaturen. Hoe groot het effect hiervan is, hangt samen met het verenkleed van de hennen. Des te intacter dit is, des te minder snel de kip last krijgt van de dalende temperaturen. Deze bevindingen worden ook bevestigd in het literatuuronderzoek.
Thermoneutrale zone
Volgens FAO (2003) ligt de ideale legtemperatuur tussen 11 en 26°C (zie onderstaand schema).
Tabel 1: Effect van temperatuur op eiproductie, uit 'Egg production' van FAO (2003)
In verschillende studies werd het bestaan van een “thermoneutrale zone” aangehaald voor leghennen. Ook in de studie van Van Es et al. (1973) werd de range van 10 tot 25°C vernoemd. Campo et al. (2008) toonden aan dat het welzijn van de leghennen sterk daalt wanneer staltemperaturen tussen 0 en 10°C voor langere tijd werden ingesteld.
Eiproductie
Voor wat het effect van de temperatuur op de eiproductie betreft, lopen de meningen uiteen. Leghennen hebben wel meer last van te warme temperaturen dan van koude temperaturen (zie ook bovenstaand schema van FAO (2003)). In de praktijk werd geen gewag gemaakt van een dalende eiproductie bij koudere temperaturen. Dit was ook niet het geval in de studie van Van Es et al. (1973). Alves et al. (2012) daarentegen spraken wel over een productieverlies van 6% bij lagere temperatuur ondanks de hogere voederopname. Deze 6% werd berekend op basis van wat de hennen theoretisch op dat moment volgens ISA nog zouden moeten produceren.
Voederopname
Voorts blijkt ook een duidelijk effect van koude op de voederopname van de leghennen uit de studie van Alves et al. (2012). De hoeveelheid voeder die het dier opneemt, zal stijgen wanneer het kouder wordt. Volgens ISA (2007) is het zo dat hennen, ouder dan 65 weken, gemiddeld 122 gram voeder verbruiken per dag bij normale temperaturen (theorie). In de studie van Alves et al. (2012) waarbij de 69-weken oude ISA-hennen aan koudere temperaturen werden blootgesteld, was de gemiddelde voederopname verhoogd tot 160 gram per dag.
Vederkleed
Wanneer er minder veren aanwezig zijn, verhoogt de energiebehoefte van de hennen. Bij compleet vederloze hennen, verhoogt de energiebehoefte voor onderhoud zelfs tot 38%. Dat blijkt uit een studie van Peguri & Coon (1993). De vederscore is sterk gecorreleerd met voederopname. Voederopname bij hennen met een slecht vederkleed was in de studie van Glatz (2001) 16% hoger dan bij een goed verenkleed.
Voedersamenstelling bij verschillende temperaturen
Om de leghennen beter te kunnen laten omgaan met (sterk) verhoogde of verlaagde staltemperaturen, kan de samenstelling van het voeder gewijzigd worden. Bij lage temperaturen zorgt een voeder dat rijk is aan koolhydraten en eiwitten ervoor dat het dier meer warmte zal produceren. Op die manier kan het ook zijn eigen lichaamstemperatuur wat laten stijgen (en zo op peil houden). Wanneer de omgevingstemperatuur daarentegen stijgt, is het beter om vetrijke voeders te gebruiken omdat deze minder warmte opwekken in het dier en de lichaamstemperatuur van het dier niet nog verder laten toenemen (Alves et al., 2012).
Gebruikte literatuurlijst
- Alves, F.M.S., Felix, G.A., Almeida Paz I.C.L., Nääs, I.A., Souza, G.M., Caldara, F.R. & Garcia, R.G. (2012). Impact of exposure to cold on layer production. Brazilian Journal of Poultry Science, 14 (3): 159 – 232
- Campo, J.L., Prieto, M.T. & Dávilla, S.G. (2008). Effects of housing system and cold stress on heterophil-to-lymphocyte ratio, fluctuating asymmetry, and tonic immobility duration of chickens. Poultry Science, 87 (4): 621 – 626.
- FAO – Food and Agriculture Organization of the United Nations (2003). Egg Marketing – a guide for the production and sale of eggs, chapter 1 (egg production).
- Glatz, P.C. (2001). Effect of poor feather cover on feed intake and production of aged laying hens. Asian-Australian Journal of Animal Sciences, 14 (4): 553 – 558.
- Peguri, A. & Coon, C. (1993). Effect of feather coverage and temperature on layer performance. Poultry Science, 72: 1318 – 1329.
- Van Es, A.J.H., van Aggelen, D., Nijkamp, H.J., Vogt, J.E. & Scheele, C.W. (1973). Thermoneutral zone of laying hens kept in batteries. Journal of Animal Physiology and Animal Nutrition, 32 (3): 121 – 12
Disclaimer
Dit antwoord werd opgesteld door Pluimveeloket – ILVO Living Lab Veehouderij. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van het antwoord op uw vraag. De gebruiker van dit antwoord ziet af van elke klacht tegen het Pluimveeloket – ILVO Living Lab Veehouderij of zijn medewerkers, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van het gegeven antwoord. In geen geval zal het Pluimveeloket – ILVO Living Lab Veehouderij of zijn medewerkers aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit antwoord.