PLUIMVEELOKET

CONCEPTKIPPEN ZIJN GEEN SYNONIEM VOOR TRAGERE GROEIERS!

 

Het doel van het demonstratieproject ‘De Andere Kip’ is aan te tonen hoe een alternatieve vleeskip in de Vlaamse markt gezet kan worden vanuit een coöperatieve samenwerking. Partners Inagro, ILVO, Proefbedrijf Pluimveehouderij, Landsbond Pluimvee en UGent organiseerden hiertoe verschillende denktanks met alle schakels uit de pluimveeketen. Hieruit ontstonden twee uiteenlopende concepten waarmee verder gewerkt werd in het project. In dit eerste artikel kan u lezen hoe het project tot stand gekomen is en hoe men tot de uiteindelijke concepten in het project is gekomen. In een volgend artikel worden de resultaten gebundeld van de verschillende proeven op het ILVO en het Proefbedrijf Pluimveehouderij.

De Andere Kip

'De Andere Kip' gaat op zoek naar een concept tussen de reguliere en biologische vleeskip, dat vanuit een coöperatieve op de Vlaamse markt gebracht kan worden. Deze heeft niet tot doel de reguliere kip of een bestaand concept te vervangen

Waarom dit project?

Er waren verschillende triggers om dit demonstratieproject, gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, te starten begin 2018. Op een eerdere studiedag rond nieuwe verdienmodellen in de land- en tuinbouw werd aangehaald dat meerwaardekippen, die een toegevoegde waarde kunnen bieden aan de consument, mogelijks een hogere prijs konden opleveren voor de pluimveehouders. Uit het programma ‘Over eten’ in 2017 bleek dat de consument vragende partij was naar een segment tussen de reguliere en de biologische vleeskip. Bovendien gaven consumenten tijdens verschillende enquêtes aan bereid te zijn meer te willen betalen voor vlees afkomstig van dieren met een hoger dierenwelzijn. Al moet hier wel de kanttekening gemaakt worden dat er een verschil is tussen wat men zegt in een enquête, en wat men in werkelijkheid doet in de winkel.

Buitenlandse concepten

In de supermarkt kunnen nu al reeds verschillende concepten aangekocht worden. Figuur 1 toont enkele concepten uit België en zijn buurlanden. In de winkels liggen echter vaak buitenlandse concepten in de rekken zoals o.a. Label Rouge of Poule de Bresse terwijl we in België even goed in staat zijn om alternatieve concepten te kweken (Mechelse koekoek, maïskippen, enz.). Het doel van het demonstratieproject is zeker niet om een vervanging te bieden voor de reguliere vleeskippen, maar wel om een nicheproduct te bekomen als aanvulling (en tussensegment) tussen de reguliere en biologische vleeskip.

concepten buurlanden

Fig.1: Overzicht van enkele keurmerken/labels uit de buurlanden (Bron: Inagro)

Door producenten zelf

Belangrijk in dit project is dat de concepten vanuit de producenten zelf ontwikkeld worden en niet opgelegd worden door de retail zoals o.a. in Nederland. Een (kleine) groep vleeskuikenhouders kan zich hiertoe groeperen tot een coöperatie die zijn product, met een toegevoegde waarde, aanbiedt aan consument en retail, en er op die manier een meerprijs voor krijgt. Dat dergelijke aanpak kan slagen, werd reeds aangetoond door de succesvolle coöperatie Tomabel in de tomatensector.

Extra eisen

Wanneer gesproken wordt over concepten wordt vaak onmiddellijk de link gelegd met trager groeiende kippen. Maar dit is lang niet het enige waaraan gedacht kan worden, zo bleek uit een eerste denktank die binnen het project werd georganiseerd. Daarin werd gebrainstormd rond mogelijke voorwaarden die van belang kunnen zijn bij een nieuw concept. Er werd gevraagd om alles waar men aan dacht te noteren (ook die punten die praktisch minder haalbaar zouden zijn). De conceptvoorwaarden kunnen uitgevoerd worden op het pluimveebedrijf zelf, maar ook door de toeleverende en verwerkende sector. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen uit die eerste denktank weergegeven.

Pluimveebedrijf zelf

Conceptvoorwaarden die aan bod kwamen en die betrekking hebben op het pluimveebedrijf zelf, kunnen handelen over o.a. de stal (inrichting/bouw), mest, type kip en voeder. Bij de stalinrichting kwamen de opties vrije uitloop, wintertuin, daglicht, uitkipping in de stal, verrijking of een lagere bezettingsdichtheid aan bod. Bij de stallenbouw zou men kunnen opteren voor minimale emissies of energieneutrale stallen, met eventueel een bezichtigingsbox voor bezoekers. Extra voorwaarden voor mest bleken door de aanwezigen niet als relevant beschouwd te worden; een gesloten kringloop kent nog heel wat moeilijkheden in de pluimveesector. Bij het type kip werden heel wat mogelijkheden opgeworpen. Men zou kunnen kiezen voor een trager groeiende kip, een reguliere kip met extra eisen, een kip die zich onderscheidt in kleur, een dubbeldoelkip, een zo duurzaam mogelijke kip (lage voederconversie, lage CO2-afdruk), een streekkip, enz. Wat het voeder betreft, kan gevraagd worden enkel plantaardige grondstoffen te gebruiken, alternatieve eiwitbronnen in te mengen (insecten, algen, enz.) of te werken met lokale/Europese grondstoffen.

daglicht in stal

Daglicht in de stal kan een conceptvoorwaarde zijn die door het pluimveebedrijf zelf voorzien moet worden

Toeleverende en verwerkende sector

Voor de toeleverende en verwerkende sector werd tijdens de denktank gedacht aan opportuniteiten voor het slachthuis, de reinigingsprocedure, broeierij, vangploeg en transport. Bij het slachthuis werden mogelijkheden gezien voor on-farm of mobiel slachten of een reductie van de wachttijden. De vierkantsverwaarding is ook zeer belangrijk. Het is niet de bedoeling om enkel duurdere borstfilets te verkopen, maar om de hele kip op de markt aan te bieden (liefst aan een hogere prijs). Bij de reinigingsprocedure werd als extra voorgesteld om bio-afbreekbare producten te gebruiken. Voor de broeierij werd een directe toegang tot voeder en water bij uitkippen geopperd. Wat het vangen betreft, zou gewerkt kunnen worden met een professionele vangploeg, of er zou een keuze gemaakt kunnen worden voor ofwel machinaal ofwel manueel vangen. Voor het transport bleek vooral een beperkte transportduur (of zelfs geen transport bij on-farm slachten) belangrijk te zijn maar ook de bezetting in de containers werd aangehaald. Belangrijk over de gehele keten was de traceerbaarheid en ook eventueel een volledig Belgisch verhaal.

Verschillende aspecten duurzaamheid

Uiteraard moet een nieuw concept ook passen in de huidige maatschappij waar duurzaamheid hoog in het vaandel wordt gedragen. Duurzaamheid bestaat echter uit meerdere aspecten. In dit project moet een compromis gevonden worden tussen economie, ecologie (milieu) en dierenwelzijn. Rekening houdende met de resultaten van de denktanks, werd in het project gekozen voor een eerste concept met aandacht voor dierenwelzijn (tragere groeier) en een tweede concept met aandacht voor milieu (reguliere kip met extra’s). Beide concepten vormen op die manier effectief tussensegmenten tussen de reguliere en de biologische kip.

Beschrijving concepten project

Bij het concept met aandacht voor dierenwelzijn werd gekozen voor een trager groeiende (mogelijks smaakvollere) kip die een bezettingsgraad kreeg van 36 kg/m², met verrijking en (eventueel) een wintertuin. Bij het tweede concept met aandacht voor milieu werd gekozen voor een reguliere kip met extra’s: een lagere bezettingsgraad (36 kg/m²), verrijkingsmateriaal, beperkte afstand (tot broeierij en slachthuis), Belgisch (uitgekipt, gekweekt en geslacht in België) en met mogelijke aanpassingen aan het voeder (inmengen alternatieve Europese eiwitbronnen i.p.v. overzeese soja).

Besluit

Kipconcepten zijn duidelijk meer dan enkel trager groeiende kippen. Niet enkel het type kip is van belang maar ook de maatregelen die men kan treffen op het pluimveebedrijf (o.a. huisvesting en voeder) of die de toeleverende en verwerkende industrie kunnen uitvoeren (grondstoffen, transport, broeierij, reiniging, vangen) kunnen een verschil vormen. In het demonstratieproject ‘De Andere Kip’ werden twee concepten gekozen als tussensegment tussen de reguliere en de biologische vleeskip: een eerste concept met aandacht voor dierenwelzijn (trager groeiende kip) en een tweede concept met aandacht voor milieu (reguliere kip met extra’s). Zowel op het ILVO als op het Proefbedrijf Pluimveehouderij werden proeven uitgevoerd met beide concepten. De resultaten, alsook een economische analyse, worden in een volgend artikel weergegeven.

Tekst: Karolien Langendries (PLUIMVEELOKET) - juni 2020

demoproject