IN OVO SEKSEN IN DE LEGHENNENHOUDERIJ: VERRE TOEKOMSTMUZIEK OF TOCH SNELLER DAN GEDACHT?
Duitsland wil vanaf 2024 geslachtsbepaling in het ei vóór dag 6, maar is dat wel nodig?
Begin juni werd een zeer interessant webinar rond ‘in ovo seksen’ georganiseerd door de Nederlandse afdeling van WPSA (The World’s Poultry Science Association). Wetenschappelijke onderzoekers uit Duitsland, Nederland en België wierpen hun licht op de laatste stand van zaken rond dit onderwerp. Welke technieken staan al op punt? Wat is de situatie in Duitsland? En hoever moeten we erin (mee)gaan?
Afdoden leghaantjes na uitkippen
Iedereen kent het probleem: mannelijke leghaantjes worden net na uitkippen vergast in de broeierij omdat ze geen verder nut hebben in de legsector gezien ze geen eieren produceren. Deze kuikens worden nadien verkocht aan dierentuinen of -winkels, als voeder voor o.a. roofvogels en slangen. Er is dus een verantwoorde bestemming voor deze leghaantjes maar toch is deze praktijk een doorn in het oog voor dierenwelzijnsorganisaties.
Wat zijn de alternatieven?
Er zijn drie mogelijke alternatieven om deze praktijk te vermijden. Men kan (opnieuw) overschakelen op dubbeldoelkippen, men kan de leghaantjes afmesten, of men kan proberen het geslacht reeds in het ei te bepalen zodat de kuikens niet eerst moeten uitkippen.
Dubbeldoelkippen
Dubbeldoelkippen zijn kippen die, zoals de naam het zegt, gehouden worden voor zowel de productie van vlees als voor de productie van eieren. De Nederlandse onderzoeker Peter van Horne (Wageningen Universiteit) onderzocht de economische gevolgen wanneer men terug zou overschakelen naar dit soort kippen. Niet alleen liggen de productiekosten voor eieren bij een dubbeldoelkip hoger dan die bij de ‘echte’ legrassen; ook de productiekosten voor vlees liggen merkbaar hoger bij een dubbeldoelkip t.o.v. deze bij een ‘echt’ vleeskuikenras (fig. 1). Economisch (en ecologisch) gezien zijn dubbeldoelkippen dus geen interessante piste. Niet voor niets ging men jaren terug selecteren op specifieke kenmerken om gespecialiseerde leg- en vleeskuikenrassen te bekomen die het meest efficiënt eieren, resp. vlees produceerden.
Fig.1: Productiekosten voor eieren liggen hoger bij een dubbeldoelras (Cross) t.o.v. een specifiek legras (Layer). Rechts: Productiekosten voor vlees liggen ook hoger voor een dubbeldoelras (Cross) t.o.v. een echt vleeskuikenras (Broiler). (Bron: WUR-rapport 261 (2009))
Opkweken leghaantjes
Een tweede optie is om de leghaantjes toch op te kweken en ze op een leeftijd van 13 weken (minimumleeftijd voor KAT) tot 15 weken te slachten. Deze leghaantjes hebben een voederconversie van 3,5 t.o.v. 1,6 bij de standaard vleeskuikenrassen (praktijkdata WUR 2021). Ze verbruiken dus veel meer voeder dan een vleeskuiken en bereiken uiteindelijk een gemiddeld eindgewicht van slechts 1,5 kg. Het karkas (zie foto) bevat dan ook niet de borstfilet zoals deze van een ‘echt’ vleeskuiken. Bijkomend kunnen ook (welzijns)problemen optreden zoals vecht- en betreedgedrag in de stal. Het opkweken van leghaantjes is dus ook alvast geen optie met alleen maar voordelen.
Het karkas van een opgekweekt leghaantje weegt gemiddeld 1,5 kg en omvat niet de borstfilet die de consument wenst (Beeld: Prof. Preisinger, EUWEP meeting Berlijn (2019))
Geslachtsbepaling in het ei
Tot slot kan men ook proberen om het geslacht reeds in het ei te bepalen en er op die manier voor te zorgen dat eieren van leghaantjes nooit tot op het einde uitgebroed moeten worden. Verschillende instituten in verschillende landen optimaliseren technieken die het geslacht in het ei bepalen. Op dit moment zijn er echter nog maar 4 technieken die ook al in de praktijk gebruikt (kunnen) worden, nl. AAT, Seleggt, In Ovo en Plantegg (tabel 1).
Tabel 1: Overzicht praktijkklare technieken om geslacht in het ei te bepalen (Bron: prof. Preisinger webinar WPSA 2021)
Niet invasief
Bij de niet-invasieve techniek AAT (Agri Advanced Technologies) blijft het ei intact. Via optische analyse (met behulp van licht) kijkt men op dag 13 als het ware in het (bruine) ei en kan men zien welke kleur de veertjes hebben van het kuiken. Zijn deze veertjes wit, dan is het een mannetje; zijn deze bruin, dan is het een vrouwtje. Nadeel van deze techniek is dat het enkel op bruine eieren kan worden uitgevoerd en pas op dag 13 van het broedproces. 20.000 eieren per uur is mogelijk.
Invasief
De andere 3 technieken (Seleggt, In Ovo en Plantegg) zijn invasieve technieken die uitgevoerd worden op dag 9. Er wordt hierbij een klein gaatje (0,3 mm) gemaakt in het ei met een laser (Seleggt en Plantegg) of met een naald (In Ovo). Op die manier wordt een druppeltje allantois-vloeistof bekomen dat via Elisa, PCR of massaspectrometrie geanalyseerd wordt op geslacht. De Seleggt en Plantegg-technieken blijven op de schaal van het ei en werken met een soort zuignapje om de vloeistof op te zuigen. Ze benadrukken hierbij dat ze niet in het ei komen. Deze technieken kunnen tot 3.000 eieren per uur aan. In Ovo claimt 6.500 eieren per uur te kunnen analyseren.
Duitse situatie
Duitsland verbiedt vanaf 2022 het doden van leghaantjes net na uitkippen. Tot eind 2023 zijn alle technieken toegestaan die het geslacht in het ei kunnen bepalen. Maar vanaf 1 januari 2024 zal Duitsland dit verstrengen en moet de geslachtsbepaling in het ei gebeuren ten laatste op dag 6 van het broedproces. Tot op vandaag is er echter nog geen enkele technologie die in staat is om dit accuraat te doen zó vroeg in het broedproces (en al zeker niet op praktijkschaal). Duitsland is echter vastberaden en gezien het KAT-lastenboek, zullen sommige landen mogelijks moeten volgen. Zijn er technieken die een oplossing kunnen bieden op korte termijn?
Raman-technologie
Seleggt en Plantegg doen de analyse momenteel op dag 9 op een druppel allantois-vloeistof. Op dag 9 is er in het ei ongeveer 5 ml allantois-vloeistof aanwezig, maar op dag 6 is dit nog minder dan 2 ml. Het bekomen van voldoende materiaal voor de analyse wordt dus een uitdaging. Een andere, veelbelovende technologie zou de optische Raman-spectroscopie kunnen zijn. Deze zou mogelijk zijn vanaf dag 4. Maar voor die techniek moet er met een laser wel een groot gat gemaakt worden in de eischaal (12 mm diameter) (zie foto). Het eimembraan blijft daarbij wel intact en door het ei te belichten en de absorptiespectra te bekijken, kan men besluiten of het een haantje of een hennetje zal worden. Daarna wordt het ei opnieuw gesloten en kan het verder uitgebroed worden.
Bij de RAMAN-spectroscopie-technologie moet een gat in de eischaal gemaakt worden van 12 mm groot (Beeld prof. Preisinger)
Pijnbeleving embryo
Waarom Duitsland zó vroeg in het broedproces wil ingrijpen, is voor wetenschappers moeilijk te begrijpen. Onderzoek uit 2011 gaf aan dat het kuikenembryo geen hersensignalen vertoont voor de 12de dag van het broedproces. Ook professor-emeritus Decuypere (KULeuven) beaamt dit en is er ook van overtuigd dat het kuikenembryo het onplezante gevoel van pijn simpelweg niet kán beleven vóór dag 14. De keuze voor dag 6 is dus volgens de wetenschappers een heel veilige keuze die niet op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd is en de zaken nutteloos bemoeilijkt. Bijkomend is het ook zo dat hoe vroeger men ingrijpt in het broedproces, hoe groter de kans is dat het embryo alsnog zal afsterven. Vraag is dan ook of alle landen de beslissing van Duitsland blindelings moeten volgen.
Besluit
De technieken, die momenteel op punt staan om het geslacht te bepalen in het ei, worden uitgevoerd op dag 9 of dag 13. Duitsland eist echter vanaf 2024 een geslachtsbepaling in het ei op ten laatste dag 6 van het broedproces. Tot op heden is geen enkele bestaande techniek hiertoe in staat (en zeker niet op praktijkschaal). Volgens onderzoekers voelen de dieren nog geen pijn op dag 9, dus vragen ze zich luidop af waarom Duitsland zó vroeg wil gaan in zijn wetgeving. Een ingreep zo vroeg in het broedproces is immers ook niet zonder risico. Vraag is of we dan ook steeds verder en steeds vroeger moeten blijven gaan en de andere landen Duitsland hierin zomaar moeten volgen.
Tekst: Karolien Langendries (PLUIMVEELOKET) - Publicatiedatum: juli 2021