VOORKEUREN VOOR ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN IN DE PLUIMVEESECTOR OM DE NALEVING VAN BIOVEILIGHEIDSMAATREGELEN TE STIMULEREN
De kans op introductie en verspreiding van infecties kan beter worden voorkomen door middel van goede bioveiligheidsmaatregelen. De kennis van pluimveehouders over bioveiligheid is evenwel niet altijd constant en varieert in de loop van de tijd. Het niet of onvoldoende naleven van bioveiligheidsmaatregelen wordt vaak in verband gebracht met een gebrek aan kennis en de beslissing om maatregelen toe te passen wordt beïnvloed door een combinatie van voorgaande ervaringen, vooropgestelde doelen, financiële middelen en demografische eigenschappen (bijv. leeftijd, geslacht, opleiding, enz.). Om te evolueren naar een betere toepassing van de bioveiligheidsmaatregelen zijn verschillende ondersteunende methoden mogelijk.
Uit onderzoek blijkt dat pluimveeproducenten de voorkeur geven aan de ondersteuning door een bioveiligheidsadviseur (bv. coaching), bioveiligheidsevaluaties door belanghebbenden/overheid (bv. audits zoals biocheck.ugent) en trainingen waar groepsdiscussies worden gehouden als informatiebron over bioveiligheid (figuur 1).
Fig.1. Voorkeursmaatregelen ter ondersteuning van de bioveiligheid zoals voorgedragen door boeren, adviseurs en exploitanten in een onderzoek
Pluimveehouders gaven aan dat zij meest waarschijnlijk beroep zouden doen op bioveiligheidsadvisering na het bijwonen van een training tijdens een excursie (45%), of na het ontvangen van ondersteuning (bedrijfsbezoek) van een bioveiligheidsadviseur (35%) (foto 1), en via groepsdiscussies (25%) en promotiemateriaal zoals posters (foto 2), spandoeken en brochures/folders (25%). Aanvullende informatiebronnen voor sommige pluimveehouders (20%) waren onder andere onderzoekspapers, tijdschriften, nieuwsbrieven, landbouwpers en boeken. Meer dan de helft van de adviseurs verklaarden dat het naleven van bioveiligheidsmaatregelen positief wordt beïnvloed door voortdurende inspanningen om de bioveiligheidsimplementatie op de pluimveebedrijven na te gaan, zoals jaarlijkse bioveiligheidscontroles door BELPLUME (kwaliteitscontrole) en het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen), evenals door een strenge wetgeving.
Foto 1: Bioveiligheidstraining voor pluimveehouders door Hilde Van Meirhaeghe (Vetworks)
Meerdere belanghebbende partijen dragen bij aan het vormgeven van verschillende preventieve maatregelen in de pluimveesector. Bijvoorbeeld, als veterinaire adviseurs pluimveehouders adviseren om zich te richten op het desinfecteren van voertuigen, kan het identificeren van en samenwerken met belanghebbende partijen in de pluimveesector (bijv. voerleverancier, vrachtwagenchauffeur die de eieren ophaalt) waarvan de pluimveehouder vindt dat ze erbij betrokken moeten worden, de kans op acceptatie van de maatregelen vergroten. Samenwerking tussen verschillende belanghebbenden in de pluimveehouderij, onderzoekers en pluimveespecialisten is noodzakelijk om veranderingen op het bedrijf te vergemakkelijken en kennis op een effectieve manier over te dragen. Daarom kan worden geconcludeerd dat om de bioveiligheid te verbeteren alle belanghebbenden moeten worden betrokken.
Foto 2: Netpoulsafe poster op Beurs van Libramont 2023
Meer informatie over bioveiligheidsmaatregelen in de pluimveeproductie is te vinden op www.biocheckgent.be en https://www.netpoulsafe.eu. Het kenniscentrum heeft podcasts, video's, factsheets, artikelen en e-learningmodules (https://www.futurelearn.com/courses/netpoulsafenl/1) over bioveiligheid.
Tekst: Arthi Amalraj (UGent, fac. Diergeneeskunde / ILVO), Hilde Van Meirhaeghe (Vetworks), Artur Zbikowski (University of Life Sciences, Polen) & Jeroen Dewulf (UGent, fac. Diergeneeskunde)
Publicatiedatum: augustus 2023
Het NetPoulSafe-project, gefinancierd door het EU-onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 onder Grant Agreement n. 101000728, heeft een totaal budget van ongeveer € 2 miljoen en heeft een looptijd van 3 jaar, tussen oktober 2020 en september 2023.